Zeevissen

Terug naar overzicht vr 22 feb. 2019

Vanochtend ben ik om half zes opgestaan om te gaan zeevissen in Scheveningen. Ik heb er echt zin in. Van vangen tot bereiden, dat is wat deze stadskok vandaag wil beleven.

In gedachten heb ik al een aardige kabeljauw aan de haak geslagen. Mooi zacht gepocheerde kabeljauwfilet met asperges, gestoofde lamsoren en wat gerookte paling beurre blanc. Dit gerecht gaat telkens door mijn culinaire hoofd heen.

We varen de haven uit en zodra de vissersboot volle zee kiest, voelt het aardig koud en guur aan. Na tweeëneenhalfuur varen waarbij ik constant naar de horizon kijk om te voorkomen dat ik voortijdig de vissen zal voeren, komen we aan bij een wrak waar we eindelijk kunnen gaan vissen. Nog steeds misselijk graai ik in een krant met levende pieren. Ik pak de grootste pier eruit en probeer hem voorzichtig aan mijn haak te rijgen. Het beest spat spontaan uit elkaar, vol in mijn gezicht. Maar deze zeebonk laat zich niet zomaar kennen. Na een nieuwe, geslaagde poging gooi ik de lijn vakkundig uit.

Als ik denk dat ik beet heb en wil ophalen, breekt mijn lijn. Ik raak nu aardig geïrriteerd. Toch schaf ik voor zeven euro in de kajuit een nieuw tuig aan. Je moet tenslotte iets over hebben voor een portie verse vis. Een ervaren zeevisser maakt mijn huurhengel in orde, maar als ik eindelijk weer wil uitgooien, zet de boot koers richting het volgende wrak. Ik hoop dat ik hier meer geluk heb maar ook daar is het een drama.

Na acht uur op zee keren we naar de haven terug. We tellen de enorme (!) vangst. Een geepje zo groot als een zakmes en een makreel zo klein dat je minimaal een opleiding tot chirurg moet hebben gevolgd om de vis te fileren. Ik heb het voorlopig wel even gehad met dat kl..e zeevissen!

Yuri Verbeek